‘Mensen die anders zijn
fleuren de boel lekker op’

Hoe kom je in Randwijk terecht?
We woonden in Wageningen, 21 jaar geleden, in een huurappartement. We wilden naar een twee onder een-kapper en we hoorden dat er hier gebouwd zou worden. Wageningen was duur. Maar ja, je gaat toch niet in de Betuwe wonen? Daar fiets je een keertje doorheen voor een bloesemtocht! Mooi. Maar niet de voordelen van de grote stad Wageningen waar je zo op een terrasje kunt zitten, waar onze vrienden zaten, waar ik mijn werk had. Randwijk. De prijs van de nieuwbouw hier aan de Willem Alexanderstraat was doorslaggevend om toch de rivier over te gaan. En toen merkten we hoe gezellig het hier is. Als we gingen kijken bij de bouw werden we gegroet. ‘Ken jij die?’ vroegen we dan aan elkaar. ‘Neuh, nog niet,’ zeiden we dan. De buren kwamen ons welkom heten met een fles wijn toen we in ons huis konden. Er was een straatvereniging die feestjes organiseerde, van kindermiddag tot straatbarbecues. Ik meldde me meteen aan om mee te helpen. Iedereen kende elkaar.

Zo doe je dat op z’n Hongaars

Zelf ben ik geboren in Oosterbeek, dus dat dorpse ken ik wel. Ik hou ervan om dingen te organiseren, dat is het Hongaarse in mij. Ik vind het leuk als mensen een leuke dag hebben. Dat zal ik wel van mijn Hongaarse grootmoeder hebben. Daarvan heb ik leren koken. Die had altijd een grote pan op het fornuis en ze zorgde voor de hele buurt. ‘Breng dit pannetje maar even naar meneer Gerritse en dat bakje paprika kan naar mevrouw Spijkers,’ zei ze dan. Zo doe je dat op z’n Hongaars. Je zorgt als gastvrouw dat alle borden vol zijn, dat de glazen gevuld blijven. De gasten moeten het goed hebben en zelf eet je achteraf wel even een bordje van wat er nog over is. Dat zit in mijn DNA.

Door de weeks ben ik pas laat thuis, dan is het eten klaar als ik van m’n werk kom. Mijn zoon Sem kan ook goed koken. Dat was vroeger een dun lang mannetje, maar hij kreeg van zijn sportcoach te horen dat hij eens goed moest gaan eten om nog beter te presteren. Meer koolhydraten. Ik heb gezegd: daar doen wij niet aan mee, maar dan leer ik je wel hoe je zelf een stevige Hollandse pot klaarmaakt. Dat kan hij uitstekend. Verschillend eten is ook een manier om elkaar in je waarde te laten. Niks opdringen.

Als de gordijntjes nog dicht zijn
weet je dat het niet in orde is

Woon je met andere mensen in huis?
Met mijn vriend Richard en zoon Sem, van 19. En de hond. Maar bij wonen in een dorp hoort voor mij ook dat je je betrokken voelt bij andere mensen. Sociale controle, het kneuterige, dat zijn voor mij geen vieze woorden.

Als ik zag dat de gordijntjes bij mevrouw van Deelen nog niet open waren om een uur of tien, dan wist je dat er iets niet in orde was. Dan moest je even gaan kijken. Of contact opnemen met de familie. Dat hoort erbij. En grenzen stellen ook. Als iemand elke dag om tien uur voor je deur staat om samen koffie te drinken kun je gerust zeggen: ‘Nou, eens per week lijkt me wel voldoende.’ Je hebt zorg en belangstelling voor elkaar, maar de hoeveelheid moet wel bij je passen.

Vroeger waren hier drie plekken om samen te komen

Waaraan besteed je de meeste tijd?
Ik werk 24 uur per week als kapster in Bennekom en daarnaast besteed ik heel veel uur aan vrijwilligerswerk in De Haar. Kijk, vroeger waren hier drie plekken waar drie organisaties bij elkaar kwamen. Je zag elkaar bij voetbal, in het Dorpshuis of bij de Oranjevereniging.

Dat is niet meer zo, alles zit nu bij elkaar. Ik hoop dat we straks ook echt één zijn, dat we als De Haar voor iedereen wat kunnen betekenen, voor dat kereltje van vier net zo goed als voor die vrouw van tachtig. Dat mensen het fijn vinden om in het dorp te wonen.

En ik zorg er altijd voor dat ik ook genoeg tijd over heb om mijn eigen sociale contacten te onderhouden. Je hebt elkaar nodig als familie en vrienden, dus zorg ik ervoor dat we elkaar niet uit het oog verliezen. Ik uit me niet zo snel. Maar als ik ergens mee zit moet ik wel m’n ei kwijt kunnen bij iemand die ik helemaal vertrouw. Dat gebeurt andersom ook: ze kloppen wel bij me aan als er iets is. Het geeft mij ook een goed gevoel dat ze in hun verdriet of woede mij uitzoeken om hun hart uit te storten. Tegelijkertijd: ik moet soms ook wel oppassen dat ik niet elk schaap onder de arm neem. Ik kan niet iedereen redden.

Wind door de haren, m’n kop leegmaken

Wat is je lievelingsplek in het dorp?
Hier, achter in de tuin. Zomer of winter, het is hier altijd fijn. Richard heeft hier een mini golfbaantje gemaakt op het kunstgras. Vindt hij leuk. We hebben een overkapping met een open haardje. Dan zitten we hier, met een glaasje wijn in ons eigen coconnetje.

En daarbuiten – ik kan toch wel twee plekken noemen? – de Randwijkse uiterwaarden. Dat is zo prachtig, als ik daar met de hond loop, de wind door de haren, m’n kop leegmaken. De dansende wilgen… Ja, dat is de mooiste plek. Buiten de tuin dan.

Dat je zoiets teweeg kunt brengen

Welke gebeurtenis in het dorp staat in je geheugen gegrift?
Het 100-jarig bestaan van het Oranjecomité in de zomer van 2013. Dat was een feest van het hele dorp. De saamhorigheid was geweldig. Elke straat maakte een soort bouwwerk dat te maken had met de oorlog. De Bernardstraat maakte de John Frostbrug. Wij van de Willem Alexanderstraat bouwden een van de boerderijtjes na, zoals die hier vroeger stonden. Helemaal compleet. De ene naaide de gordijntjes, de ander zorgde voor schaapjes en konijntjes, een buurman maakte meubels van hout, prachtig werd het. Elke straat was versierd en op het plein bij de kerk was een dorpsontbijt aan lange tafels. Er was een oude traktorenoptocht, een avond met optredens van de koren, de hele week was het feest. Jong en oud, man, vrouw en kind, iedereen werkte samen. Dan zag je die tachtigjarige Willem van Heteren vertellen hoe het hier in de oorlog was en een achttienjarige Randwijkse jongen naast ‘m die dat allemaal wil horen. Dat vind ik mooi.

Dat je in deze tijd zoiets teweeg kunt brengen. Ik zat toen niet bij de Oranjevereniging, maar ik neem wel bij dit soort dingen graag het voortouw. De straatvereniging is inmiddels gestopt. Mensen vonden het wel leuk als er iets gebeurde, maar ze wilden zelf niet organiseren. Nou, dan doe ik dat toch? Mij maakt het niet uit, zoveel werk is het niet. Als ik geen kapper was geweest dan had ik evenementen georganiseerd. Voor mij is het belangrijkste dat je mensen blij maakt. Als kapper laat je ook mensen blij weer naar huis gaan.

‘Ik heb het hartstikke leuk gehad’

Doe je wel eens mee aan activiteiten in het dorp?
Ha ha! Ik zit in de Activiteitencommissie en samen met Gerda organiseer ik best veel in De Haar. We zijn echt een team. Sommige activiteiten moeten echt op gang komen, dat duurt even. Daar verlies ik de moed niet van. Ik heb me wel voorgenomen dat ik niet overal aan mee hoef te doen als het eenmaal loopt. Als de sfeer goed is, als de mensen zeggen bij het weggaan: ‘Ik heb het hartstikke leuk gehad’, dan ben ik tevreden.

Wat kun je goed genoeg om er andere mensen mee te helpen?
Organiseren. Zit er een plaatje in m’n hoofd van hoe het moet worden, dan krijg ik dat meestal ook in werkelijkheid wel rond. En soms stel ik mijn doelstelling bij, als er iemand anders meedoet, of na kritiek achteraf.

Als ik de grens naar Hongarije over rijd, ben ik thuis.

Welke herinnering zou je mee willen nemen naar het hiernamaals?
Dat we met de hele familie in ons huis in Hongarije zijn. In 1998 kochten mijn broer en ik dat samen, mijn vader leefde toen nog. Hij is in Hongarije geboren en moest in 1956 als jongetje van elf met zijn ouders en zijn zus via Oostenrijk vluchten. Hij heeft nooit willen spreken over die vlucht. Mijn tante zou me er wel wat over kunnen vertellen denk ik, maar ik ga het haar niet vragen. Het voelt als een belediging van mijn vader als ik haar een geheim zou ontfutselen dat hij me niet heeft willen vertellen. Daar zal hij zo z’n redenen voor hebben gehad; er moet iets ergs zijn gebeurd.

Mijn moeder, geboren en getogen in Nederland, wilde ons wel tweetalig opvoeden, maar mijn vader wilde geen woord Hongaars meer horen. En toch: als ik over de grens kom en Hongarije binnenrijd, dan ben ik thuis. Ik spreek de taal niet, maar het voelt zo vertrouwd. Mijn moeder heeft er drie maanden in haar eentje gezeten na het overlijden van mijn vader. Wij zijn soms maar een week per jaar in dat huis, het is 1200 kilometer rijden, maar ik ben er net zo thuis als in Randwijk.

Poeffffffff…

 Welke goede raad had je jezelf mee willen geven als kind?
Je familie en vrienden moet je koesteren. En je moet niet zeuren. Daar heb je alleen jezelf mee.
We komen er wel weer uit, al heeft het misschien wat tijd nodig.
En iedereen in z’n waarde laten. Als ik zwart denk, mag een ander best grijs of wit denken, dan kunnen we ook nog een mooie vriendschap hebben. Dat zie ik nu ook in De Haar; het gaat steeds beter om dingen samen te doen. Dat heeft even tijd nodig, maar uiteindelijk gaat het hartstikke leuk zijn.

Als je een toverstokje had, wat zou je dan willen veranderen?
Dat voor iedereen het leven wat gemakkelijker wordt. Mensen die depressief zijn, die het zwaar hebben: fysiek, financieel, geestelijk – ik zou ze zo graag Poefffffff! Iemand even op het koppie willen tikken met zo’n toverstokje, zodat het opeens weer goed is.

Anders zijn fleurt de boel juist lekker op

En als je dat zelf zou moeten veranderen, waar zou je dan beginnen?
Goed luisteren naar mensen. Verder kijken dan wat er pal voor je deur staat, dan verdwijnen je vooroordelen ook. De mensen die echt ‘anders’ zijn zorgen voor kleur in het dorp, dat fleurt de boel juist lekker op. Als je gewoon een praatje met ze maakt is het allemaal niet zo gek meer.

Dat vind ik knap

Welk inzicht maakt je leven fijner?
Dat een mens kan veranderen. Het leven houdt niet op bij een ingrijpende gebeurtenis. Een kennis van mij, bijvoorbeeld, moest scheiden en kwam in de schuldsanering terecht, heel akelig allemaal. Maar die heeft zich eruit gevochten en heeft alles weer op de rit gekregen. Dat vind ik knap.
Je kind verliezen, je baan kwijtraken, je kunt veel verdriet hebben en daar dan toch doorheen komen. Ik heb dat zelf ervaren na het overlijden van mijn vader. Dat heeft me enorm aangegrepen, maar nu vind ik het leven best weer mooi.