Speciaal voor de Randwijker noteert oud-Randwijker Bertus Nijenhuis zijn jeugdherinneringen. Dit keer kijkt hij terug op het ontstaan van EMM, dit jaar 50 jaar geleden. Een bewerking van dit verhaal stond in de papieren Randwijker van oktober 2022.
Voetbal en EMM
“Voetbal speelde altijd een belangrijke rol in mijn Randwijkse jeugdjaren. Logisch ook wel, want via al onze ouders in de woningbouw werd ons dat min of meer met de paplepel in gegeven. Zij immers hadden in de jaren ‘20 van de vorige eeuw mede SDOO Heteren opgericht, Samenspel Doet Ons Overwinnen voluit.
Ik zelf ging bij SDOO voetballen toen ik acht jaar oud was. Met van die voetbalschoenen met stalen neuzen en leren, van spijkertjes voorziene noppen. Johan Derksen, het inmiddels bekende TV-figuur, geboren in Heteren, schrijft in de jubileum editie van SDOO dat hij op 6-jarige leeftijd al bij SDOO ging voetballen. Volgens mij kon dat toen nog niet. Je moest 8 jaar oud zijn. Maar Derksen drijft (goed bedoeld) wel eens vaker de boel over.
Bij SDOO heb ik gevoetbald, totdat ik naar de Koninklijke Marine ging. Tot het derde elftal als keeper heb ik het geschopt, voor een zestienjarige niet gek.
“We konden het gejuich thuis horen”
Was SDOO dan het enige voetbal waar we ons druk om maakten? Nee, met Wageningen op de berg maakten we ons net zo druk. Immers, als ze scoorden en de wind was Noord-West met een volle bak aan toeschouwers dan konden we het gejuich, zittend op de bank voor het huis, horen. Spannender was het natuurlijk om zelf te gaan kijken op de berg. De supporters uit Heteren en enkelen uit de woningbouw gingen via de pont van Renkum naar de overkant. Met de fiets moesten ze dan tegen de Wageningseberg oprijden. Zij namen ook veelal plaats op de tribune aan de Renkumse kant. Ik zelf, met wat vrienden gingen meestal via het Lexesveer. De fiets werd aan deze kant van de Rijn gelaten. Dat scheelde weer pontgeld en al wandelend namen we dan het pad tegen de berg op, langs het hotel de Wageningseberg richting het veld.
Als jeugd stonden we achter het doel aan de straatzijde. In die tijd speelde er een dorpsgenoot van ons bij Wageningen. Henk(ie) de Ruiter was zijn naam. Hij was net niet goed genoeg om in het eerste een basis plek te hebben. Maar een enkele keer zagen we hem toch binnen de lijnen. Later speelde Jan Menting uit Heteren daar nog de sterren van de hemel.
“De poort stond open”
In september 2021 logeerden mijn vrouw en ik in het hotel op de berg. Op de dag van aankomst kon ik het niet laten om samen met haar dat pad naar beneden te nemen en naar de pont te lopen. Terug moesten we toen natuurlijk ook nog, en ja, dan realiseer je je, dat je toch ouder wordt. Twee dagen later, voor we naar huis vertrokken wilde ik toch het veld nog eens van nabij zien. En zowaar, aan de linker achterzijde konden we het veld betreden. De poort stond open. De een of andere vereniging was daar op die zondagmorgen actief. Een lieftallige dame maakte van mij een foto, staande op het veld. Aan haar vertelde ik dat ik altijd al, als voetballer hier op het veld had willen staan. Jammer dat de achtergrond met de hoofdtribune er zo slecht uit ziet. Met dit veld, voorzien van een van de beste grasmatten van Nederland en het nabij gelegen hotel moet er toch wat meer te bereiken zijn.
“Voetballen in de wei van boer Floor”
En waar voetbalden wij dan als kinderen van de woningbouw? Achter onze huizen in de wei van boer Floor, die had daar zijn melkkoeien lopen. Het gedeelte dat wij als speelveld gebruikten kon hij, als gras voor de koeien, wel afschrijven in die jaren ‘50. Op mooie zomeravonden kon het daar gezellig druk zijn want de woningbouw was een kinderrijke buurt. De grotere jongens deden het wat rustig aan en de kleintjes werden gehard in het spel. Kreeg je ‘per ongelukkig’ een schop? Niet zeuren en zeker niet huilen. Was de boer daar dan blij mee? Nee, natuurlijk niet, maar veel viel er niet tegen te doen.
Oprichting EMM
Zoals gezegd de meesten van ons speelden bij SDOO, simpel omdat Randwijk in die tijd nog geen voetbalvereniging had. Dat veranderde in de begin jaren “70. In 1971 werden de eerste stappen gezet en in 1972 was de oprichting van VV. EMM, Eendracht Maakt Macht, een feit. Ik werd in die tijd nauwgezet op de hoogte gehouden door mijn broers. En als ik al eens ‘thuis’ was, ik woonde al in Den Helder, dan stond ik zaterdags langs de lijn. Want het was in die beginjaren ‘70 allemaal EMM wat thuis de klok sloeg. Vier broers gingen er voetballen. Een van ze, Johan, was voor de definitieve oprichting al actief. Enthousiast vertelde hij me over de besprekingen die ze hadden met de KNVB in Nijmegen, met de Provinciaalse Gelderse jeugdraad en het Gemeente bestuur in Heteren. Dit alles om de mogelijkheden te onderzoeken voor het oprichten van een voetbalclub in Randwijk. Na even als jeugdsecretaris actief te zijn geweest is hij vanaf 1975 t/m 1984 secretaris van het hoofdbestuur geweest. I.v.m. zijn verhuizing in 1985 naar Huissen stopten zijn activiteiten bij E.M.M.
“Harry kreeg nog een ‘Gouden Schoen’ uitgereikt”
Mijn moeder vertelde graag hoe gezellig het was rond de keukentafel, wanneer de clubblaadjes die eerste twee jaren van het bestaan van EMM thuis gevouwen en geniet werden. Broer Johan was een verdienstelijk selectielid van het eerste elftal, tevens jarenlang jeugdleider en trainer. Ja, veel werk heeft hij in die jaren verzet. De broers Harry en Johan speelden lang in het tweede. De overige twee hebben er niet al te lang gespeeld. Huwelijk en verhuizingen waren daar debet aan. Wel hebben ze allemaal op hun beurt hand en spandiensten verricht voor de club. Het mee helpen met het bouwen van beide clubhuizen onder andere. Bardiensten draaien en wat al niet meer. Zoals gezegd, veel enthousiaste verhalen kreeg ik steeds te horen als ik ‘thuis’ was. Ik werd er wel eens jaloers van. Een van mijn broers, Harry kreeg pasgeleden nog een ‘Gouden schoen’ uitgereikt omdat hij 50 jaar lid was.
“Harry’s laatste wedstrijd?”
Heb ik daar dan zelf nooit gevoetbald? Ja, wel hoor. Op een zaterdagmorgen. Mijn broer Harry stopte met voetballen toen hij 60 werd. Daar moesten wij als familie wat mee doen. Met zijn teamgenoten werd er, zonder dat hij daar iets van af wist, afgesproken dat er op een zaterdag, als het voetballen zou zijn afgelast en zij dan toch zoals gebruikelijk zouden gaan trainen, wij met onze familie tegen ze zouden gaan voetballen. En zo geschiedde. Terwijl mijn broer met zijn vrienden trainden slopen wij, familie met veel aanhang, ongezien de kleedkamer en kantine in. Het trainingspartijtje werd onderbroken door dat een heuse scheidsrechter, een neef van ons, het veld op kwam lopen en wij, spelers in zijn spoor achter hem aan. Harry kreeg het witte shirtje van de familie, met de naam “Haske”, zo noemde zijn moeder hem, en kon zijn gele shirt uittrekken. Zijn laatste wedstrijd voor EMM was een feit.
Nou, niet dus. Na een jaartje kroop het bloed, daar waar het niet gaan kan en vandaag de dag, op zijn 74ste speelt hij nog competitie voetbal. Dit alles deed mij vaak aan onze pa met zijn broers denken. Hoe zij SDOO hebben opgericht en nu mijn broers ook bij de eersten behoorden die EMM mede het licht hebben doen zien.
“We speelden all over the world voetbal”
Was ik zelf dan volledig met voetballen gestopt. Neen. De eerste jaren bij de marine wel. Als tiener / broekie kwam je niet in aanmerking voor een scheepselftal. Maar dat veranderde zo rond je twintigste. Ook werd ik, nadat ik als getrouwde in Den Helder kwam te wonen lid van een voetbalvereniging aldaar. Tussen de vaarperiodes door heb ik daar nog wat jaren in het eerste elftal gespeeld en ben ik op mijn 48ste in het vierde geëindigd. Varende aan boord van de schepen speelden we ‘All over the World’ voetbal. Prachtige herinneringen heb ik daar aan. Van Leningrad, het huidige St. Petersburg tot aan Australië toe. Van Peru tot Canada en van Noord- en Zuid Amerika tot aan Saudie Arabie. Ja eigenlijk overal wel. Indonesië, Caraïben en Europa, veel in Engeland, natuurlijk. In de jonge jaren als speler en later als coach. Daar waar we aanmeerden werd er wel gevoetbald. Deels om het spel, soms met een missie. Zodanig zelfs dat ik als coach ooit de opdracht kreeg om met het team niet te winnen. Maar, met de rust stonden we in Peru met 3-1 voor. Op de tribunes, ambassadeurs, militaire attachés, regeringskopstukken en zo meer. Een ‘vriendelijke’ toespraak in de rust leidde er toe dat het 3-3 werd. Iedereen happy en de verkoop, waarmee miljoenen gepaard gingen, kon doorgaan. Niet dat wij de beslissende factor waren hoor. Maar het heeft ‘zegt men’ wel mee geholpen. Het banket na afloop, met spelers van beide teams en de vele genodigden op de tribune, verliep in een goede sfeer.
Boeken vol zou ik daar over kunnen schrijven. En vele verhalen heb ik dan ook op papier staan. En natuurlijk in de Randwijker.
Bertus Nijenhuis